Fotojournalistiek (ook: persfotografie of beeldverslaglegging) gebruikt de uitdrukkingsvormen en middelen van fotografie om berichtgeving over achtergronden in de politiek, cultuur en andere maatschappelijke terreinen te illustreren of om gebeurtenissen uitsluitend op een picturale manier te presenteren.

Het begin van fotojournalistiek gaat terug tot de tweede helft van de 19e eeuw, met technische innovaties zoals het droge gelatineproces of de uitvinding van rolfilm die de weg effenen voor mobiele rapportage. Hoewel de vroege beeldrapportage onderhevig was aan motiefbeperkingen vanwege de lange belichtingstijden in vergelijking met het werk van pers tekenaars, werd het op lange termijn gevestigd vanwege de sterkere authenticiteit ervan tijdens de ontwikkeling van nieuwe drukprocessen. Dit en de ontwikkeling van 35mm-camera’s zoals die van Leica leidden tot de eerste gouden eeuw van de fotojournalistiek in het interbellum, waarin fotografen als Erich Salomon en geïllustreerde tijdschriften als de Berliner Illustrirte Zeitung een voortrekkersrol speelden. Dit alles veranderde toen de nationaalsocialisten aan de macht kwamen, waardoor tal van joodse fotojournalisten emigreerden en de fotojournalistiek verder werd ontwikkeld, vooral in de Verenigde Staten. In de naoorlogse periode was er een tweede bloeitijd van de fotojournalistiek, gedomineerd door massa-geïllustreerde mensen als Life, die een einde maakte met de triomf van de televisie en de daarmee gepaard gaande verliezen aan advertentie-inkomsten voor tijdschriften. Aan het begin van de 21e eeuw leidde de toenemende digitalisering tot fundamentele veranderingen in het medialandschap, waardoor ook de fotojournalistiek veranderde.
De toepassingsgebieden van fotojournalisten omvatten tegenwoordig lokale journalistiek, sportfotografie, oorlogs- en crisisfotografie, tabloidjournalistiek en wetenschap en natuurfotografie.
Sinds 1955 zijn bijzonder uitstekende fotojournalistieke werken erkend in de wedstrijd “World Press Photo of the Year”.