Portretfotografie is een fotografisch genre waarin portretten van levende wezens worden gemaakt; De onderwerpen zijn meestal mensen, en er worden ook vaak dierenportretten gemaakt. Het doel van artistieke portretfotografie is meestal de fotografische uitwerking van de karakteristieke aard van de persoon.
Invoering
Portretfotografie is de voortzetting van portretschilderen met fotografische middelen. De betekenis komt voort uit verschillende aspecten:
- Portretten van historische of hedendaagse persoonlijkheden uit het openbare leven of de politiek vormen onze perceptie van de persoon.
- De geportretteerden ensceneren zichzelf, of de fotograaf ensceneert de persoon.
- Voor professionele fotografen die beroemde persoonlijkheden vakkundig portretteren, is het portret een belangrijke referentie.
- Het aantal foto’s voor media, fotoalbums of identificatiedocumenten.
Sommige prominente politici hebben persoonlijke fotografen in dienst om conceptuele beelden en expressie te garanderen. Portretten worden gemaakt tijdens het werk of in de studio onder gecontroleerde omstandigheden.
Portretfoto’s worden vaak in de studio gemaakt door professionele fotografen, maar ook fotografieliefhebbers houden zich met het genre bezig.
De fotoshoot
Voor studiowerk door professionele fotografen moet de persoon “model zitten”, zoals bij schilderen. Het voordeel van fotografie bij zo’n “shoot” is de mogelijke variatie van de poses. In de dialoog tussen model en fotograaf worden verschillende poses aangenomen totdat de acteurs tevreden zijn met het resultaat. Dit stelt bepaalde eisen aan de communicatie en het inlevingsvermogen van de fotograaf. De vraag rijst voor de geportretteerde wat hij over zichzelf zou willen onthullen. Bij digitale fotografie is er ook een discussie over het weergeven van fotografie op het computerscherm als onderdeel van het werkproces.
Techniek en methode
Brandpuntsafstand
Bijzondere portretlenzen zijn telelenzen met een brandpuntsafstand tussen circa 80 en 135 mm (op basis van het 35 mm formaat). Bij dit brandpuntsafstandsbereik wordt het beeldscherm als aangenaam vervormingsvrij ervaren, maar nog niet als “plat”, zoals bij een telelens met een langere brandpuntsafstand of kleinere beeldhoek. Bij middenformaatcamera’s worden langere brandpuntsafstanden gebruikt voor portretten, afhankelijk van het grotere opnameformaat, terwijl kortere brandpuntsafstanden worden gebruikt voor de kleinere sensoren van digitale spiegelreflexcamera’s, afhankelijk van de formaatfactor.
Lichtsterkte
Een belangrijke ontwerpoptie voor portretten is het zogenaamde bijsnijden met een zeer geringe scherptediepte. Hiervoor zijn grote beginopeningen nodig, daarom hebben portretlenzen in het kleine beeldgebied meestal een beginopening van f / 2.8 of meer; lenzen met een beginopening van f / 1.2 zijn hier verkrijgbaar. Met het diafragma open kan het gezicht of de hele persoon optisch worden gescheiden van de achtergrond en, indien nodig, de voorgrond. Met een nauwkeurige focus op de pupil (s), kan een speciaal accent op de oogcontouren worden gelegd.
Lichttechniek
In de studio maakt een geënsceneerde belichting van de persoon deel uit van het proces om schaduwvorming te beheersen. Als lichtbron worden in de regel softboxen gebruikt. Bij artistieke portretfotografie worden verschillende benaderingen van lichtregeling gebruikt.
Methodologie van portretten
In het begin van de fotografie was men technisch alleen in staat mensen volledig in beeld te brengen. In de loop van de tijd werd de afstand tussen de lens (camera) en de geportretteerde steeds kleiner, waardoor het gezicht en / of gelaatstrekken steeds meer naar voren kwamen. De afbeeldingen werden als volgt beschreven: het zichtbare deel van de geportretteerde en de kijkrichting bepaald vanuit het standpunt van de kijker.